Je schrijft onsamenhangende zinnen/onduidelijk. Maakt geen gebruik van titels. Je haalt geen citaten uit de bronnen aan.
Je maakt hier en daar stijlfouten, maar het is duidelijk wat je bedoelt. Je vertaalt bronnen naar de eigen stijl. Je hebtt een titel gemaakt.
Je schrijft in je eigen stijl een goed gestructureerd verhaal (titel/inleiding, kern, conclusie) en maakt daarbij veel gebruik van de bronnen, door meerdere citaten te maken.
Je geeft een eenzijdig beeld van het leven van Coornhert.Â
Je geeft een volledig beeld van Coornhert. Zowel positieve als negatieve zaken worden besproken, maar er wordt geen aandacht gegeven aan wat je er zelf vindt.
Er wordt een volledig beeld van Coornhert gegeven. Zowel positieve als negatieve zaken worden besproken. Je schrijft in het verhaal ook hoe je Coornhert beschouwt.
Je hebt geen plaatjes of andere opmaak gebruikt en je levert alleen een stuk tekst aan.
Je hebt de pagina opgemaakt, je denkt aan: plaatjes, lettertype etc. maar je doet hierbij niet aan bronvermelding.
Je hebt de pagina overzichtelijk en passend opgemaakt, denk aan: plaatjes, lettertype etc. en je hebt hierbij ook aan bronvermelding gedaan.
Je hebt geen gebruik gemaakt van de lesstof uit de reguliere lessen om Coornhert in zijn tijd te plaatsen.
Je hebt Coornhert in zijn tijd geplaatst door lesstof uit de reguliere lessen in het artikel in te passen.
Je hebt veel hulp nodig om de opdracht te maken. Je had hierin een passieve rol, je kwam niet zelf om hulp vragen en je liet veel aan anderen over.
Je had meer hulp nodig dan de andere leerlingen. Je zocht hierbij een actieve rol en je vroeg de docent zelf om hulp.
Je had weinig hulp nodig om de opdracht goed te maken. Indien je hulp nodig had nam je een actieve rol aan om de hulp te vragen.