Eigenlijk heet ik Maarten van Veen. Maar ja, ik kom uit Heemskerk, en dat wil ik laten weten ook. Mijn vader was boer, en wilde dat ik bij hem op de boerderij kwam werken. Maar ik had daar helemaal geen trek in: ik wilde liever tekenen. En toe ik een keer struikelde en een volle emmer melk liet omkieperen, stuurde hij me woedend het huis uit. Ik ging meteen naar Jan van Scorel, een schilder in Haarlem, en leerde daar de fijne kneepjes van het vak.

Toen ik Coornhert leerde kennen, bleek dat wij dezelfde ideeën hadden. Samen verspreidden we wel tweehonderd prenten: hij droeg de ideeën aan, ik tekende ze, en hij drukte en etste ze in zijn drukkerij. Zo sloegen we twee vliegen in één klap: onze ideeën kwamen bij een groot publiek terecht, en hij verdiende er geld mee. Dat had hij hard nodig, want zijn moeder had hem onterfd omdat hij getrouwd was met een dame die haar niet zinde.

Wat die ideeën waren? Nou, bijvoorbeeld “Waarschuwing tegen arrogantie en onverdiende eer”- belangrijk toch? Of “Het gevaar van menselijke ambitie” of “De nutteloosheid van een hoop geld”. Haha: en Coornhert schreef er dan tweeregelige versjes in het Hollands onder, zodat iedereen het kon begrijpen.

Maar we maakten ook afbeeldingen uit de bijbel: handig voor mensen die niet konden lezen.

Afijn: we waren dikke vrienden en we zijn van elkaar een hoop rijker en wijzer geworden. Coornhert en ik!